Portret van Jkvr. Maria Theresia Philippina Dubbelens (1785-1851)

Op dit schilderij uit 1839 is jonkvrouwe Maria Theresia Philippina Dubbelens door de Brusselse schilder Cornelis Cels afgebeeld. Zoals de rijke kanten muts en het gouden medaillon laten zien, was Maria Theresia Philippina Dubbelens afkomstig uit de gegoede burgerij. Ze was een dochter van de Rotterdamse steen- en beeldhouwer Henricus Dubbelens en Maria Catharina van Wierelijkhuijsen. In 1809 huwde ze in Rotterdam met Josephus Franciscus de Kuijper.

Een jaar later strijkt ze met hem in Veghel neer, waar Josephus aan de Hoofdstraat een groot neoclassicistisch herenhuis met koetshuis heeft laten bouwen. Hij vernoemt het naar zijn vrouw en geeft het de naam Huize Mariënburg. Maria Theresia Philippina schenkt haar man tien kinderen, waarvan er één op jonge leeftijd overlijdt.

Nadat haar echtgenoot in 1843 overlijdt, blijft Maria als rentenierster en grootgrondbezitster met haar ongehuwde kinderen en twee dienstmeiden Huize Mariënburg bewonen. Bij haar dood in 1851 laat zij haar kinderen ruim 232 bunders land in Veghel, Schijndel, Dinther, Sint-Oedenrode en Erp en tal van pachtboerderijen en huizen na. De familiewoning Huize Mariënburg komt in 1864 in handen van haar zoon, jonkheer Victor Ferdinand August Henri de Kuijper.

Het schilderij vormt samen met dat van jonkheer Josephus Franciscus de Kuijper een pendant. Pendanten zijn twee bij elkaar behorende werken, gemaakt om samen te worden getoond.

  • Kunstenaar: Cornelis Cels
  • Materiaal: olieverf op doek
  • Jaar: 1839
  • Collectie Kunstcollectie: Meierijstad
  • Portret van Jkvr. Maria Theresia Philippina Dubbelens (1785-1851)
    Huize Mariënburg met koetshuis uit 1810 is vernoemd naar Maria Theresia Philippina Dubbelens.
    Portret van schilder Cornelis Cels door Willem Hendrik Schmidt

Ontdek meer schilderijen in het Raadhuis in Veghel