Historisch Veghel wandelroute

(6,5 km)

"Dit schoon dorp, dat op stads wyze zeer heerlyk bebouwd is." Zo werd Veghel in 1824 door Koster Brock uit Sint-Oedenrode beschreven. Laat je meevoeren naar het Veghel van weleer tijdens deze wandelroute. In en rondom het centrum van Veghel vertellen speciale attentietegels de verhalen van toen. Deze route voert je langs alle historische plekken.

Deze wandelroute is ontwikkeld door Heemkundekring Vehchele.
Tip: een folder of flyer van deze route is gratis verkrijgbaar bij diverse toeristische informatiepunten in de gemeente Meierijstad. Neem daar eens een kijkje voor nog meer routefolders.

Dit ga je zien

Startpunt:

Markt 1
5461 JJ Veghel
Navigeer naar startpunt

Sint-Lambertus is de beschermheilige van Veghel. In de 12e eeuw werd hier bij de Aa zijn parochiekerk gebouwd.

Sint-Lambertuskerk (±1190-1872) op Den Kerkhof

De Botermarkt was het hart van het dorp dat rond 1225 'Vehchele' heette. Veghel groeide in de loop der tijd uit tot een handelsplaats. In 1719 kreeg het recht op een wekelijkse botermarkt en vier jaarmarkten.

Het Raadhuys (1781-1877) aan de Botermarkt

Koster Brock uit Sint-Oedenrode roemde Veghel in 1824: "Dit schoon dorp, dat op stads wyze zeer heerlyk bebouwd is, bestaat uit eene lange, met fraaije huizen bezoomde straat."

Huize Mariënburg (1810) in De Straat

Dominee Theodorus Ross bouwde in 1820 de Nederlands Hervormde kerk (nr. 35). Ze lag niet alleen "voordeelig langs den straatweg" maar ook "in een beschaafde buurtschap" waar veel protestantse Veghelaren woonden.

Nederlands Hervormde kerk (1820) aan De Kesije

Dit kruispunt van wegen stond bekend als Cruijsstraat. Vanaf de Sint-Jooststok, een houten paal, hield het beeld van Sint-Judocus een oogje in het zeil. Judocus was immers beschermheilige van reizigers.

Café Biljart (1910) in de Cruijsstraat

De Hezelaarstraat herinnert aan Ten Hezelaar. Dat betekent ‘door kreupelbos omheind land’. Hier lag de hoeve Ten Hezelaar, later bekend als Hooghuys.

Het Hooghuys (17e eeuw - 1952) aan het Hezelaar

Moeilijk om jezelf voor te stellen, dat deze langgevelboerderij (nr. 11) ooit midden tussen de open velden van de Overakker stond.

Boerderij Teuwskes (1897) aan de Overakker

Het leek wel op de hemelpoort: wie Veghel via de Boschweg binnenkwam moest langs het beeld van Sint-Petrus. Vanaf de Sint-Pieterstok hield hij een oogje in het zeil.

Huize Ten Beemde (1914) aan de Boschweg

In 1904 streek hij neer aan de rand van de Molenakkers. En met de strepen van zijn penseel vereeuwigde schilder Piet Mondriaan de Veghelse windmolen op doek.

Veghelse windmolen (1345-1929) op de Molenakkers

De schilder Paulus Philippus Rink (1861-1903) zag als apothekerszoon het levenslicht in de Molenstraat (nu Molenwieken 8). Rink was een studiegenoot en vriend van Vincent van Gogh.

De Oliemolen (1797-1975) in de Molenstraat

Bosschenaar Bernadinus Johannes van Miert had grootse plannen toen hij in 1840 pastoor van Veghel werd.

St.-Lambertuskerk (1858) en St.-Bernadinusgasthuis (1869) aan de Molenweg

Tijdens het beleg van Den Bosch in 1629 trokken Staatse soldaten plunderend door de Meierij. Ter bescherming bouwden de Veghelaren de schans ‘Hermeij’ (='leger vermijden').

Synagoge (1824-1947) en de Hermeij

Een ‘eeuwsel’ is een tamelijk vochtig grasland, dat vooral in de zomer gebruikt werd als weide.

Pastorie (1903) aan het Lieve Vrouweneeuwsel

Bosschenaar Petrus Franciscus van Cooth was een sociaal bewogen man. Hij zag dat veel kinderen te vroeg van school gingen. Hij schonk Veghel bij zijn dood in 1901 een geldbedrag om het onderwijs aan de arbeidersjeugd te bevorderen.

Mariaschool (1922) en Kleuterschool Sint-Agnes (1933) aan het Middegaalse Pad

Het omwaterde kasteel Ten Middegaal was het stamhuis van de familie Van Erp van Middegaal. Deze voorname Meierijse familie bouwde ook kasteel Frisselstein en verkreeg de rechten op de heerlijkheid Veghel en Erp.

Sint-Joseph Gasthuis (1911-1988) op het Middegaal

Het was rond 1425 dat 'Frissen' of Godefridus van Erp zijn “stenen huijs” bouwde. Frissenstein of Frisselstein. De Dungen nabij het riviertje de Aa lagen hoog en droog.

Kasteel Frisselstein (±1425-1810) op De Dungen

Aa betekent ‘stromend water’. Aan deze levensader ontstond Veghel. Al eeuwenlang stroomt de Aa onverstoorbaar richting Den Bosch.

De Aa bij de Persoonsbeemd

Dorshout was het domein van de ‘vette’ boeren en voorname huizen, zoals de langgevelboerderij (nr. 17) van Hein van Eert uit 1860 aan de Schijndelsedijk. Ze teelden er honderden populieren.

Stoomklompenfabriek (1910) op Dorshout

Veghel bezit een voor de Meierij uniek dorpsgezicht, een havenkom uit 1826.

VSM-kantoor (1860) aan de Oude Haven

109 leden, 42 spaarboekjes en een inleg van fl14.000,-. Daarmee ging de Boerenleenbank Veghel in 1901 van start.

Loket Boerenleenbank (2016) in de NCB-laan

Wie de machtige industrieën van CHV en De Meierij Veghel aanschouwt, kan zich nauwelijks voorstellen dat hier ooit tientallen veldovens stonden voor het vervaardigen van bakstenen.

Graansilo NCB (1915) in De Putten

De Meierijse dorpen waren verplicht om boomkwekerijen aan te leggen. Daar werd pootgoed voor de inwoners gekweekt.

Houtzaagwindmolen (1895) aan de Eikelkamp

Op de Molenkamp aan het einde van het dorp stond de oliemolen. Het gebonk van de oliestampers maakte immers veel lawaai.

Oliemolen (1380-1961) aan de Molenkamp

Jaar na jaar legden ze hier aan om koning te worden. De schuttersgilden die de ‘vogel’ van de schutsboom wilden schieten.

Tramstation De Zwaan (1909) aan het Schutsboomsbroek

Met haar herbergen, winkels en enorme bakstenen windmolen (1847-1924) was Hoogeinde het kloppend hart van Veghel ten westen van de Aa.

Brandspuithuisje (1899) aan het Hoogeinde

Ooit stond hier het Huis ten Groenendaal. Het weelderige grasland dat er de naam aan gaf, werd in 1826 doorsneden door het havenkanaal.

Bouwhandel (1873) en pakhuizen (1864 en 1875) bij de Groenendaal

Op de splitsing van wegen naar Schijndel en Eerde lag de Dorhoutse Sint-Antoniuskapel. Een flinke stenen kapel met leien dak en klokkentorentje. Ze werd in 1648 staatseigendom en verkocht als woonhuis.

Heilig Hartensemble (1924) aan de Kapelkuil

Broeder Nicodemus stond er vast geen seconde bij stil dat de tuin die hij in 1924 achter het klooster aanlegde, ooit de Grote Kapelakker was.

Brouwerij De Kroon (1742) bij de Grote Kapelakker

Nauwelijks voor te stellen, dat er in 1942 nog 700 koeien en stieren voor de bondsfokveedag stonden opgesteld achter de Overaase Hoeve van landbouwer Jan de Koning.

Overaase Hoeve (1698-1953) op Overaa

De Hoogstraat heette vroeger Kerkdijk, een hoge kerkweg of 'Hoogstraat', door het natte Aa-dal. De bouw van statige herenhuizen gaf de straat allure.

Huize Rustplaats (1873) aan de Kerkdijk

Ooit lag hier aan de voet van kasteel Frisselstein een brede doorwaadbare plaats in de Aa. Die werd De Voort genoemd. Later werd er bij De Voort een houten brug gebouwd.

De Veghelse Brug (1863) bij de Voort

Eeuwenlang speelden Veghelse kinderen rond de dorpsschool op het Schoolkerkhof.

Raadhuis en kantongerecht (1876) op het Schoolkerkhof

Hij liet ons unieke foto’s uit het Veghelse dorpsleven rond 1910 na: horlogemaker en fotograaf Johann Franz Stender.

Woonhuis fotograaf Stender (1906) aan de Achterdijk

“En gelijk de plataan ben ik uit het water verhoogd” lezen we in Ecclesiasticus 24:14.

Sint-Rochushuis (1880-1935) en Franciscushof (1923) in de Molenbeemden

De onthulling van het schepenzegel of ‘Sigillum Scabinatus’ vormt het afsluitend project van de hernieuwde Markt.

Sigillum Scabinatus

Eindpunt:

Markt 1
5461 JJ Veghel
Navigeer naar eindpunt